Ieder jaar houdt het Iepenloftspul Jorwert een openluchttheatervoorstelling in de notaristuin van het Friese dorpje Jorwert. Men treft elkaar daar “onder de perenboom” voor een theaterstuk dat ieder jaar anders is, maar steevast grote aantallen toeschouwers weet te trekken.
Dit jaar, 2018, was het “de Familie Bellier”, een toneelstuk met in de hoofdrol een gezin waarvan vader, moeder, en zoon doof zijn, en de dochter de enige is die kan horen. Naast onderwerpen als politiek, biologisch boeren, en loyaliteit aan de familie, komt ook de acceptatie van doven en horenden naar boven.
Famke Bellier, de horende dochter in het anderszins dove gezin wil graag bij het koor. Haar ouders zien het niet zo zitten, bang dat zij hen zal verlaten en zij geen tolk meer hebben om voor hen te communiceren met de buitenwereld. Bij haar moeder, echter, speelt er meer. Zij heeft een hekel aan de horenden; zij wantrouwt mensen die spreken, om maar te zwijgen over hen die zingen.
Aldus de ingrediënten voor een aangrijpend drama met een soundtrack van Friese vertalingen van liedjes van Ramses Shaffy. De dialogen worden gesproken tussen de horenden, en in gebaren uitgevoerd door de doven. Over het algemeen versta je niet wat vader en moeder tegen de dochter zeggen, maar moet de toeschouwer afgaan op het antwoord van de dochter om te raden wat de ouders hebben gezegd. De zoon heeft zichzelf leren praten, dus hij is wel voor het publiek te verstaan.
De gebarentaal in dit toneelstuk is een zelfverzonnen taal. Binnen het stuk redelijk consistent, maar met niet veel overeenkomsten met echte gebarentaal. Wanneer het toneelstuk vordert en de gemoederen hoger oplopen, veranderen de gebaren meer en meer in een wild gewapper. Het lijkt meer op een persiflage dan een serieuze poging zich in te leven in de taal van doven. Als ze nu echte gebarentaal hadden gebruikt, hadden mensen die deze taal beheersen misschien een extra laag in het verhaal kunnen ervaren. In plaats daarvan zou ik mij nu beledigd voelen dat ze niet eens ook maar proberen de taal waarheidsgetrouw neer te zetten.